De Maya’s ontwikkelden hun kalenders op grond van en met behulp van astronomische waarnemingen. Voor deze waarnemingen bouwden ze speciale gebouwen, zoals in Chichen Itza het Caracol  (Slakkenhuis). Een rond gebouw waarvan de ramen dienden als observatorium voor het bestuderen van de omloop van hemellichamen.

     Uit hun astronomische waarnemingen leidden de Maya’s de reeksen van dagen en cycli af, die zich steeds herhaalden en in elkaar grepen.

Links de rituele korte kalender 'Tzolk'in'.
Deze was onderverdeeld in 13 periodes van 20 dagen en telt dus 13 x 20 = 260 dagen.

Hij bestaat uit:
     - het kleine wiel met de getallen 1 tot 13 en
     - het grote wiel met de 20 dagtekens
     De rituele korte 'Tzolk'in' en de lange Haab kalenders waren twee naast elkaar lopende kalenders en werden door de Maya's samengevoegd in een grotere cyclus. Geen van beide waren echter geschikt voor het meten van lange tijdperiodes en dus bedachten de Maya's een derde kalender die bekend staat als de "Lange Telling". Het betrof hier wel de cyclus van 52 jaar, maar er werd gemeten in blokken van 5.125 jaar.

     De 2 wielen draaiden in een nog groter wiel de Haab kalender, deze kalender had 365 dagen. De Haab bestaat uit 18 'maanden' van 20 dagen en een periode van 5 dagen aan het einde van het jaar. Het duurt 18.980 dagen of 52 jaar voordat dezelfde datum terugkeert.
     De Maya’s gebruikten dit systeem om gebeurtenissen uit hun vroege geschiedenis en in de nabije en verre toekomst te plaatsen. Alles was gebaseerd op nauwkeurige observaties van de planeet Venus, waarvan zij de loop vastlegden met een afwijking van slechts 14 seconden per jaar.

     Het leven van de Maya's draaide rond hun opvatting van de tijd. De priesters werden op het gebied van civiele, agrarische en religieuze zaken geraadpleegd en hun advies werd afgeleid uit hun verklaring van de heilige kalenders. Tijd vormde een zodanige belangrijke factor dat de kinderen zelfs de naam kregen van de dag waarop ze geboren werden. Onze moderne Westerse kalender werd voor het eerst in 1582 geïntroduceerd. Hij was gebaseerd op de Gregoriaanse kalender, die de baan van de Aarde berekende op 365,25 dagen. Dit was 0,0003 dagen per jaar te veel maar desondanks nog steeds buitengewoon accuraat voor wetenschappers van 400 jaar geleden.

     De kalenders van de Maya's waren afgeleid van die van hun voorouders, de Olmeken, wiens beschaving zo'n 3.000 jaar terug gaat. Zonder de instrumenten van het 16de eeuwse Europa waren de Midden-Amerikanen erin geslaagd om een zonnejaar te bepalen op 365,2420 dagen, amper 0,0002 dagen te kort. Veel preciezer en veel vroeger dan de Europeanen.

     Tot slot is er nog de Maya voorspelling dat aan het eind van het jaar 2012 een rampjaar voor de gehele bevolking in het verschiet ligt. In ons computer tijdperk zitten we er met onze berekeningen nog vaak naast, het is te hopen dat de Maya hiermee ook een foutje hebben gemaakt. Ze zaten er inderdaad naast!
Het Caracol, of Slakkenhuis in Chichen Itza