Boven en aan de binnenkant van de damwand moesten elektra kabels worden aangebracht. Er werd hiervoor betonijzer gelast aan de binnenkant van de damwand, rondom het dok. Hieraan werden de kabels met haken opgehangen. Dit werkte goed, de kabels waren boven het waterpeil en uit de weg van de graaf werkzaamheden en transport over de damwand. Niemand had er last van en er is dan ook geen één kabel stuk gegaan tijdens het werk. Op verschillende plaatsen langs de damwand werden schakelkasten aangesloten voor o.a. de stroomvoorziening tijdens het betonstorten. In het dok zelf kwamen een 3-tal torenkranen te staan en op de bending yard ook nog één. Er waren van een vorig werk twee gebruikte betoncentrales naar Curaçao verscheept en nadat ze enigszins waren opgeknapt, werden ze op het dok opgesteld.

     Er werd ook verlichting langs de damwand aangebracht, verder verlichting en krachtinstallaties in de diverse werkplaatsen en magazijnen, verlichting op het hele bouwterrein en licht- en krachtinstallaties op de bending yard. Kortom, in de periode dat er druk gewerkt werd met heien, ontgraven en leegpompen van het dok, hadden wij onze handen vol aan al die mobilisatie werkzaamheden.

     Gedurende de bouw van het dok zelf bestond een flink deel van de werkzaamheden uit het doen van reparaties aan de trilnaalden, omvormers en verlengkabels, waarmee het beton tijdens het storten werd getrild. Deze trilnaalden waren 42 Volt met een frequentie van 200 Hz en nogal kwetsbaar in gebruik. Gedurende het storten van het beton moet er, als er eenmaal is begonnen, doorgestort worden dag en nacht. Dan waren er altijd één of meer elektriciens op het werk om eventuele storingen direct te kunnen verhelpen. De storingen en reparaties ook veel mechanische, aan de twee betoncentrales namen hand over hand toe. Na verloop van tijd werd daarom besloten om in de VS een nieuwe mobiele betoninstallatie te kopen.

     Er is een keer paniek ontstaan omdat na een gigantische tropische regenbui er door een lekkage onderaan de damwanden, het gedeeltelijk gestorte dok met torenkranen en al onder water dreigde te lopen. We hadden handen vol werk om de in allerijl opgetrommelde pompen aan te sluiten. Gelukkig kregen we de zaak tijdig onder controle zonder verdere schade.

     Voor het aanleggen van de elektrische installaties en het uitvoeren van onderhouds- en reparatie werkzaamheden waren een tiental lokale elektriciens in dienst genomen. Gedurende het gehele werk hebben wij dezelfde monteurs, die al vanaf het allereerste begin bij ons werkte op het werk gehad. Het was dan ook bijzonder jammer dat na een kleine twee jaar een goed ingewerkte elektrische ploeg naar ander werk moest uitzien. Het is allen na korte of langere tijd wel gelukt.

     Het Dokproject is voor mij een mooi werk geweest, ik heb er veel geleerd en die kennis kon ik weer meenemen naar andere buitenlandse werken. Nadat het dok gereed was heb ik nog een halfjaar gewerkt bij de Antem op de Shell raffinaderij. Toen ook dit werk ten einde was gingen we terug naar Nederland.
  8. Bending yard met torenkraan

   9. Aannemerskantoor (onder magazijn, boven kantoren)

10. Kantoor engineer

11. Bouw van de twee nieuwe werkplaatsen t.b.v. CDM

12. Transformatorstation

13. Damwand cellen

14. Tijdelijke aanlegplaats zeeschepen & coasters
Verklaring:

   1. Het bestaande kleine vaste 'Beatrix' dok

   2. Klein drijvend 'Curaçao' dok
 
   3. 120.000 tons in aanbouw zijnde 'Antilia' dok
    
   4. De enige toegangsweg naar het CDM terrein

   5. De twee betoninstallaties

   6. Mechanische werkplaats

   7. Elektrische werkplaats
     Voor het droogdok project zou ik verantwoordelijk zijn en belast worden met het toezicht op de aanleg, onderhoud en reparaties van al die tijdelijke elektrische voorzieningen, installaties en materieel die noodzakelijk zijn tijdens de bouw van het droogdok. Daarvoor werd bij de Dienst van Openbare Werken van het Eilandgebied Curaçao een verzoek ingediend om mij in te laten schrijven als zelfstandig installateur. Onze projectmanager en ik werden daarvoor op 22 april 1970 uitgenodigd door het Hoofd van de Dienst van Openbare Werken bij de afdeling ’Toezicht Stoomwezen en Elektriciteitsvoorziening’ voor een onderhoud en het overleggen van de vereiste papieren. Die had ik uiteraard niet bij me en toen moest hals over kop mijn papieren uit Nederland opgestuurd worden. OCCC moest aantonen dat ze een zelfstandig installerend elektrotechnicus nodig hadden en niet aangewezen wilden zijn, door de aard van de werkzaamheden, zoals ’s avonds of ’s nachts en- of in de weekenden werken, op lokale elektrotechnische bedrijven.

     Op het hoofdkantoor in Amsterdam waren tekeningen gemaakt van de tijdelijk elektrische installaties en er waren daarvoor grote hoeveelheden Halyester schakelkasten in onderdelen opgestuurd. In Amsterdam was mij  verteld dat de schakel- en verdeelkasten kant- en klaar geleverd zouden worden en dat wij ze alleen maar moesten aansluiten. Maar op het werk zelf werd mij droogjes meegedeeld dat de kasten door de lange levertijden in onderdelen zouden komen en we moesten ze maar zelf in elkaar zetten.

     Wij hadden de beschikking over een ’eigen’ transformatorstation dat was geplaatst ongeveer in het midden van het dok naast het aannemers kantoor. Regelmatig moesten wij in de laagspanningskant van het trafostation zijn om er kabels aan- of af te sluiten, of bij een sluiting de zekeringen te kunnen vernieuwen enz., dus wij wilden zelf toegang tot het trafostation hebben. De sleutels van het laagspanningsgedeelte waren echter in het bezit van de maatschappij die het station had geleverd (Antem, de huisinstallateur van CDM) en die wilde ze niet uit handen geven. Wij moesten maar even bellen, dan zouden zij wel iemand langs sturen, met uiteraard een pittige rekening, wat natuurlijk de hele bedoeling was van deze dwarsliggerij. Deze touwtrekkerij liep zeer hoog op. Op een gegeven moment was de toenmalige directeur van het installatiebedrijf voor een gesprek hierover op het werk bij mijn chef en (ik was er toevallig getuige van) werd mijn chef zo verschrikkelijk boos dat hij al vloekend en met zijn vuist op zijn bureau slaand de sleutels van het laagspanningsgedeelte opeiste. “Ik praat niet meer met jou”; zei de toch wel geschrokken directeur tegen mijn chef en woedend stapte hij naar de projectmanager. Uiteindelijk kregen wij toch de sleutels. De goede man wist niet dat de project manager allang ingeseind was door mijn chef.
4
13
1
2
3
5
6
7
8
9
10
11
14
12