Na Curaçao gingen we begin 1974 naar Richards Bay, gelegen ongeveer 100 km ten noorden van Durban in het huidige Kwazulu Natal, Zuid Afrika. Ook hier ben ik weer een aantal maanden vooraf alleen geweest, maar dat kwam vooral omdat ons huis nog niet af was. Wij kwamen in één van de huizen te wonen waar later, als het project gereed was, mensen van de Port Authorities in zouden komen te wonen. Deze huizen waren onderdeel van een project wat o.a. een enorme uitbreiding van de stad Richards Bay inhield.

     Het RB6 project, Richards Bay 6, was een consortium bestaande uit 6 bedrijven (2 Duitse, 1 Belgisch en 3 Nederlandse) dat een groot havenproject ging bouwen. Hoofdzakelijk t.b.v. de steenkolen export, maar ook voor in- en uitvoer van 'normale' producten. Het was een zeer groot project waarin niet alleen de 'natte' (baggerbedrijven) maar ook 'droge' de (civiele bouwaannemers) waren betrokken. Het moest de tweede grootste haven van Z.A. worden. De Duitse aannemers waren Hochtief en Zublin, de Belgische aannemer was Dredging International en de Nederlandse aannemers: Adriaan Volker Dredging en Adriaan Volker Civil Engineering, Stevin Beton en Waterbouw en Zanen Verstoep.
    Er was voor de tijdelijke huisvesting, voor de mannen waarvan hun familie later kwam en voor mannen die alleen zouden blijven, een apart kamp gebouwd, namelijk ’Green Hill’. Het camp was inderdaad op een heuvel gebouwd en onderaan de heuvel was een zwembad. In het zwembad zelf heb ik nooit iemand zien zwemmen, wel heb ik er een keer een auto in gezien. Dat kwam omdat de bestuurder blijkbaar ’in kennelijke staat’ was en de controle over zijn coördinaten een beetje kwijt was.
RB6 was het eerste project waar ook bij de ’natte’ aannemers, grote aantallen gezinnen uitgezonden zouden worden. Normaal bleven de ’baggeraars’ drie maanden alleen op het werk en gingen dan een aantal weken met verlof naar huis.

     Richards Bay was van oudsher een klein vissersdorpje met toen een 60-tal inwoners, nu ongeveer 50.000. Het is genoemd naar de in Ierland geboren, Engelse admiraal Sir Frederick Richards, die in 1878 bij dit dorpje met ongeveer 250 man het Engelse leger kwam versterken.

     De kolen export terminals die werden aangelegd behoren tot de grootste in de wereld met een overslag-capaciteit van ruim 68 miljoen ton per jaar. Het meeste van Zuid Afrika's aluminium wordt in Richards Bay geproduceerd en ook 25% van de wereld behoefte aan titanium, zirkonium, rutiel en andere mineralen, maar ook zaken als papier wordt er uitgevoerd.

     Ter gelegenheid van de opening van de Coal Berth schreef de Zululand Observer van 1 april 1976 in een redactioneel commentaar:





Op de voorgrond Richards Bay zoals het er in 1974 uitzag. Bij de witte pijl is nog vaag de airstrip te zien waarvan wij met een klein vliegtuigje naar Durban vlogen. Het was niet meer dan een redelijk vlak stukje grasland.
     In 1976 waren mijn schoonouders met vakantie bij ons in Richards Bay, mijn schoonvader schreef toen een reisverslag over die vakantie en het slot van dit verslag wil ik u niet onthouden. Let wel, hoewel er toen al een aantal barstjes kwamen in het apartheidssysteem dat Zuid-Afrika in zijn greep hield, heerste de apartheid in 1976 nog volop. Zijn zienswijze toen, 15 jaar voor de afschaffing van de apartheid, heeft ook nu nog niets aan kracht ingeboet, integendeel het is nu actueler dan ooit.

     Hij schreef aan het eind van zijn epistel:

































   ...Met opzet heb ik de politieke situatie in Zuid Afrika en Rhodesia buiten mijn ontboezemingen gelaten. Wie ben ik om hierover een oordeel te vellen maar, dan wil ik ook dit oordeel ontzeggen aan hen die, zonder dat zij ooit een voet in deze landen hebben gezet, een pasklaar recept bij de hand hebben om deze situatie maar 'even' op te lossen. Ik hoop zo van harte dat het overleg tussen de zwarten en blanken dat nu, op het moment dat ik dit neerschrijf (begin oktober 1976) op gang gaat komen, resultaat zal opleveren.

   De blanken moeten beseffen dat ook alle zwarten mensen recht hebben op een volledig menswaardig bestaan onder de zon in hun eigen land, de zwarten mensen moeten bedenken dat macht alleen niet de oplossing is want dat diezelfde macht aan hen de verantwoordelijkheid oplegt om ontzettende moeilijkheden op te lossen en die taak zal misschien te zwaar blijken. Samen en alleen maar samen zal men in de eerste plaats de ontzettende moeilijkheden op het gebied van: verplicht gelijkwaardig onderwijs voor iedereen, volksgezondheid en sociale gerechtigheid- en voorzieningen moeten oplossen en ook samen de ontzettende mogelijkheden die b.v. in Zuid Afrika aanwezig zijn op het gebied van: landbouw en veeteelt, mijnbouw, zonne-energie en irrigatie, tot exploitatie moeten brengen. Dit móét kunnen, met geven en nemen, aan beide kanten meer geven dan nemen waarbij men zal moeten bedenken dat als men niet samenwerkt men uiteindelijk samen bij de ruines zal moeten neerzitten.

   Moge beide zijden de geest en de kracht ontvangen om de opgave die hun op de schouders is gelegd tot een goede oplossing te brengen, daarbij beseffend dat elk slachtoffer dat er valt, een aanwijzing moet zijn dat men van de goede weg raakt.

  In algemene saamhorigheid en samenwerking zullen de Zuid Afrikaanse landen een grote toekomst tegemoet gaan die hen door mij van harte wordt gegund. 
                                                                                                                                           
                                                                                                                                                                                                                                
W. Zoon
"...The construction of the harbour has been one of the major engineerings projects undertaken on the African continent, and the main contractors, RB6, are to be congratulated on their well planned achievement..."