1. Energie opwekking
     Er was vanaf het begin, dus bij het ontwerpen van de tijdelijke elektrische energie voorziening, gesteld door het management dat er geen produktie verlies door elektriciteit uitval plaats mocht vinden. Een niet geringe eis, natuurlijk kon een afzonderlijke verbruiker(s) door kortsluiting, overbelasting of kabelbreuk o.i.d. wel uitvallen, maar dat blijft natuurlijk onvermijdelijk. Maar de totale elektrische energievoorziening op het werk moest onder alle omstandigheden gewaarborgd blijven. Een kleine rekensom leerde dat één dag produktie verlies een bedrag liet zien van de (aanneemsom / aantal dagen) is een waarde van tientallen miljoenen guldens. Voor dit geld kon je nog wel een paar betrouwbare systemen bedenken.

    Door de grote afmeting van het werkterrein maakte de keuze noodzakelijk van:
           1. een groot aantal kleinere decentrale generator opstellingen, of
           2. één Site Powerhouse van voldoende capaciteit om het hele werkterrein van electriciteit te voorzien.
Beide mogelijkheden hadden hun specifieke voor- en nadelen. Na zorgvuldige afweging is uiteindelijk toch gekozen voor één Centraal Site Powerhouse.

     Het Site Powerhouse werd opgebouwd uit een totaal van 2 x 3 generatoren van 1.250 kVA per stuk. Drie stuks generatoren werden geleverd door/via Adriaan Volker en 3 stuks geleverd door Hochtief via Polyma. De opstelling van de generatoren en dus ook het Powerhouse zelf was fysiek in het midden gescheiden door een extra bay, om zoveel mogelijk de verschillende wijze van opzet zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen en de kans op storingen zoveel mogelijk uit te sluiten. De keuze van de generator leverantie door twee bedrijven was een management beslissing.

     De filosofie achter de opzet van het Powerhouse door AVCE en Hochtief was nogal verschillend. Daar waar het bij AVCE ging om een opzet van 1 x 3 generatoren, was het bij de Hochtief opzet 3 x 1 generatoren. Dit lijkt wel hetzelfde, maar is het niet. Bij de engineering door AVCE is vanaf het begin gekozen voor een geïntrigeerd Powerhouse set-up met 3 generatoren. Bij Hochtief was het zoveel mogelijk een set-up van 3 aparte generatoren.

     Het Site Powerhouse kon theoretisch 6 x 1.250 kVA x 0,8 = 6.000 kVA leveren. Het totaal geïnstalleerd vermogen van alle op het Jubail Site Powerhouse aangesloten elektrische verbruikers was b.v. op 19 april 1978, 9.220 kVA is ± 6.900 kW. De eerste indruk is dat de capaciteit van het Powerhouse flink te klein was. Bij het ontwerpen van het Powerstation was er ook nog eens van uitgegaan dat er één generator door reparatie uit produktie kon zijn en een andere generator in storing was of geserviced moest worden. Dit hield in dat gerekend werd met een capaciteit van 4 x 1.250 kVA x 0,8 = 4.000 kVA, dat konstant beschikbaar moest zijn. Het hoogste max. energie verbruik gemeten in 1978 is in de maand september geweest 2.520 kW is ± 3.350 kVA. De gelijktijdigheidsfactor van het geïnstalleerd vermogen t.o.v. het werkelijk gevraagde vermogen was hier dus ± 35%. Er was een gigantisch verschil in energie verbruik te zien gedurende de ’warme’ en ’koele’ perioden. Zo was het maximale energie verbruik in november 1978 zo’n 1.800 kW, een verschil van 720 kW met de maand september, wat haast de capaciteit was van één generator.
Voorzieningen
Het Site Powerhouse, hier is goed de fysieke scheiding te zien van de generatoren. links de 3 generatoren die AVCE heeft ingebracht en rechts de 3 genenratoren  van Hochtief.
Beschikbaar vermogen: 6 x 1.250 kVA x 0,8 = 6.000 kVA
De transformator opstelling, achter elke generator was direct, dus zonder schakelsysteem, een step-up transformator van 1.250 kVA aangesloten. Rechts van de trafo's de laagspannings kabels en links de 11 kV middenspanningkabels.
3. Watervoorziening
     Op het werkterrein zelf was geen mogelijkheid om, b.v. door het slaan van een bron, water te verkrijgen dat geschikt was voor drinkwater of voor het maken van beton. Er zijn daarom een 2-tal water-desalination plants gebouwd om aan de vraag te kunnen voldoen (foto linksonder). Dat er voor 2 identieke installaties is gekozen had te maken met het feit dat er altijd de mogelijkheid bestond dat 1 unit door een storing uit productie ging. Dit zou de betonproductie ernstig kunnen vertragen en dat was met de toch al zeer krappe beton productie tijd niet aanvaardbaar. De capaciteit van 1 unit was in principe groot genoeg om de watervoorziening veilig te stellen, mits deze unit dan wel 24 uur per dag productie maakte. Vier grote opslagtanks zorgden er voor dat er altijd genoeg water in voorraad was. Voordat het water geschikt was voor drinkwater moest er nog wel verschillende chemicaliën aan worden toegevoegd. Voor het maken van beton was dit uiteraard niet nodig. Pompsystemen zorgden ervoor dat het drinkwater op alle plaatsen van het werk in voldoende hoeveelheden aanwezig was.
De twee desalination plants voor het maken van ’zoet’ water, uit zeewater. In het midden is nog een gedeelte van een opslagtank te zien, er waren totaal vier opslagtanks.
De doseer units met verschillende soorten chemicaliën. Het  zag er zeer goed onderhouden en keurig verzorgd uit. Boven alle technische installaties waren afdaken gemonteerd.
4. Luchtvoorziening
     Centraal gelegen in het midden van de blok- en stabit yard was een compressorstation geïnstalleerd voor o.a. de lucht aangedreven trilnaalden om het beton te trillen en moersleutels.

     Er waren geen luchtvoorraadtanks zoals gebruikelijk, maar het uitgebreide leidingsysteem deed als zodanig dienst. Dit leidingsysteem was op de gehele Block- en Stabit yard in diverse ’straten’ aangelegd. Wel waren er luchtdrogers om de gecomprimeerde lucht te drogen. Ook bij dit compressorstation was hier weer één van de compressoren (roelerend) als een stand-by unit.
Het compressor station op de stabit yard. Hier zijn goed de specifieke vormen te zien van een aantal stabits, die liggen uit te harden of wachten op transport naar de breakwaters.
     Bij het betontrillen zijn twee systemen n.l. een door lucht aangedreven systeem en een elektrisch systeem.
De keuze wordt door de beton techneuten gemaakt, op dit werk is gekozen voor door lucht aangedreven systeem.
Er waren op de Block- en Stabityard 18 mtr hoge lichtmasten elk met 3 of 4 stuks 2.000 Watt armaturen geinstalleerd om het werk ook 's nacht door te kunnen laten gaan.
5. Communicatie
     De communicatie op de diverse werkterreinen onderling en met het hoofdkantoor was vaak een moeizaam gebeuren. Dat kwam enerzijds door de slechte klimatologische omstandigheden en anderzijds omdat er van overheidswege een aantal beperkingen waren opgelegd. Een telefoon aansluiting van het werk op het telefoon-systeem van het stadje Jubail was niet mogelijk. Op het werk, quary en in het VHC dorp waren telefoon centrales geinstalleerd en de onderlinge verbinding Site - VHC dorp was draadloos geregeld. Alle kantoren in het hoofdkantoor en de diverse kantoren op het werk zelf werden voorzien van telefoon aansluitingen.

     Een absoluut noodzakelijke directe verbinding met het hoofdkantoor van Adriaan Volker (als penvoerder) in Rotterdam stuitte ook op veel bezwaren. Wat wel mocht en is ook prompt gedaan was een directe verbinding vanaf een schip door middel van een telexverbinding, een z.g. T.O.R. verbinding Telex Over Radio. Het hoofdkantoor van Adriaan Volker zorgden dan weer voor de communicatie naar Hochtief en CCC. Dit alles was een vrij dure grap, er werd hiervoor speciaal een sleepboot met bemanning buitengaats gehouden.

     De communicatie op de Site en de Quarry werd onderhouden met Motorola walkie-talkies, deze voldeden prima. De communicatie tussen de diverse sleepboten, onderlossers, pontons en diverse andere vaartuigen werd onderhouden met VHF verbindingen. Al met al een vrij uitgebreid pakket apparatuur dat in eigen beheer werd onderhouden en nodig en mogelijk gerepareerd. Bij de electrowerkplaats was daarvoor een werkplaats speciaal voor telecom reparaties.
6. Riolering
      Ook voor het riolerings systeem was VHC geheel op zich zelf aangewezen. VHC mocht geen gebruik maken van het aanwezige systeem in Jubail zodat lokale aannemers opdracht kregen om bij alle gebouwen en onderkomens septic putten te bouwden volgens specificaties en onder toezicht van VHC. Het systeem was voldoende voor een paar jaar maar voor langere periode was het niet toereikend.
     De verschillende lokale overheden van Jubail konden op zeer korte termijn geen of onvoldoende water en elektriciteit leveren voor het realiseren van een werk van deze omvang. Alle permanenten voorzieningen w.b. power stations en water desalination plants voor de bedrijven die gebruik zullen gaan maken van deze installaties, moesten nog gebouwd gaan worden en waren zeker niet klaar als VHC met hun werk begon. Dat was vanaf het allereerste begin duidelijk en daarom moesten al deze voorzieningen op zeer korte termijn door VHC zelf gerealiseerd worden. Hiervoor moesten de volgende algemene voorzieningen worden ontworpen, getekend, besteld, verscheept en op het werk worden geïnstalleerd:

    1 -  energie opwekking      2 -  energie transport      3 -  watervoorziening       4 -  luchtvoorziening
                                                    5 -  communicatie     6 -  riolering
2. Energie transport
     De uitgestrektheid van het werkterrein maakte het noodzakelijk dat voor de energietransport met een midden-spanning van 11 kV gewerkt moest worden. De voorwaarde dat onder alle omstandigheden de energievoorziening moest worden gewaarborgd is enerzijds bereikt door een Powerhouse te ontwerpen met voldoende reserve capaciteit en anderzijds door de transformatorstations in een z.g. ringleiding systeem op te nemen. Er zijn in feite 2 complete middenspannings ringleidingen aangelegd om te zware middenspanningskabels te voorkomen. In deze twee ringleidingen werden op strategische plaatsen een 10-tal transformatorstations geplaatst.

     De opgewekte generatorspanning was 380/400 Volt en werd d.m.v. step-up transformatoren naar 11 kV getransformeerd. Via de 2 middenspannings ringleidingen werden hierop in totaal 10 transformatorstations aangesloten. In deze transformatorstations werd de 11 kV weer d.m.v. step-down transformatoren naar een werkzame 380/400 Volt getransformeerd, voor de aansluiting naar de diverse gebruikers.

     Er heeft zich gedurende het hele werk nimmer een situatie voorgedaan waardoor er een tekort aan elektrisch vermogen is ontstaan, hiermee was voldaan aan de eis "geen produktie verlies door elektriciteits uitval".